Hoera, Sinterklaas is weer in het land. Ik wilde eigenlijk gisteravond mijn schoen zetten, maar helaas. Wij leven in een huis met centrale verwarming. Daar komt bij dat de vorige bewoners het heel vervelend vonden dat het huis eruit zag alsof het uit de 19e eeuw stamt. Zij hebben dus vrij rücksichtlos alles wat niet aan de jaren 70 (20e eeuw) doet denken eruit gesloopt, inclusief alle schoorstenen. Schoen zetten zit er dus niet in.
Gelukkig kwam ik vanmiddag langs de oplossing voor dit levensgrote probleem. Ik ben zo benieuwd wat ik morgen in mijn schoen zal vinden!
Wie vrijdag de zoekmachine van Google gebruikt, ziet daar de hele dag een logo ter ere van de Nederlandse kunstenaar Johannes Vermeer. In de aangepaste ‘doodle’ boven de zoekbalk zijn drie werken van Vermeer (1632-1675) afgebeeld, weliswaar met de letters van Google erin verwerkt.
Het gaat om De schilderkunst, een werk dat vermoedelijk tussen 1666 en 1668 is gemaakt, Schrijvende vrouw met dienstbode, een schilderij uit 1670-1671, en Brieflezend meisje bij het venster (1657-1659). Wie op de afbeelding klikt, komt uit bij de Google-zoekresultaten van de naam Johannes Vermeer.
Het eerbetoon aan de barokschilder uit de Gouden Eeuw vindt precies 26 jaar na de opening van een tentoonstelling in de National Gallery of Art in Washington met 21 van zijn 35 werken plaats.
De Vermeer-doodle is heel de dag in 36 landen te zien op de voorpagina van Google Zoeken.
Vandaag hadden we in Valkenburg (L) moeten zijn voor het tweede deel van onze wandelvakantie. Vanwege overstromingen is dat geannuleerd en dat is heel erg jammer, maar volkomen begrijpelijk. We gaan even bekijken hoe we deze week verder gaan inrichten. Er valt vast nog wel wat te wandelen vanuit onze luxe B&B in Delft 😀
Overal rondom Nijmegen kom je de Tweede Wereldoorlog tegen. Veel borden met foto’s en een stukje geschiedenis. En dat blijft indrukwekkend. Wij kunnen daar nu in vrijheid lopen dankzij al die jonge soldaten die dat met hun leven hebben moeten bekopen.
De tocht eindigde in Molenbeek. Daar pakten we de Arrivatrein naar Nijmegen. Onze rugzakken waren er ook veilig aangekomen.
Vandaag nog een bezoekje aan het Valkhof, een museum waarin de Romeinse geschiedenis van Nijmegen tentoongesteld wordt. Er was ook een interessante tijdelijke tentoonstelling over de pestepi- en pandemieën. In deze tijd extra indrukwekkend. En ook in de 14e eeuw waren er al complottheorie om de pest te verklaren. De mensheid is nog niet veel opgeschoten als je het goed bekijkt,
Vorige maand zag ik op een zondag een bericht van Theater de Veste langskomen dat er datzelfde weekeind van vrijdag t/m zondag een reuzenrad op de Markt stond waar je een voorstelling in kan meemaken. Zelf noemen ze het een theaterbeleving. Het ging om Radman, van Het Zuidelijk Toneel in samenwerking met Schippers&VanGucht.
Niet geaarzeld, kaartjes gekocht en een uurtje later naar de Markt. Hè, waar is dat reuzenrad dan?? Kaartjes op de telefoon tevoorschijn gehaald: “Oooh, het weekeind van 9 t/m 11 juli pas.” Teleurgesteld hebben we toen maar op de Markt in het zonnetje geluncht. Maar wat in het vat zit, verzuurd niet, dus vandaag gingen we in de herkansing.
Ik ga er niet te veel over zeggen, maar het was een bijzonder half uurtje! Heel langzaam draait het rad en ga je in je gondeltje omhoog en weer omlaag. Uiteraard een prachtig uitzicht. En op de koptelefoon spreekt het reuzenrad alias Radman tot je. Hoe meer je in het verhaal meegaat, hoe mooier de beleving (om dat toch dat jeuk woord maar te gebruiken). Als Radman nog bij jou in buurt komt: een aanrader!
Afgelopen zondag vierden wij dat we al 35 jaar een leuk stel zijn. Daarvoor waren we al 4 jaar nog-geen-stel, dus volgend jaar alweer ons 40-jarig jubileum. Maar zo ver is het nog niet.
Met een paracetamol in de mik omdat ik mij nog wat appelig voelde na de heftige bijwerkingen van de 2e prik vrijdag, was ik gelukkig fit genoeg om uit eten te gaan. We hadden een tafeltje gereserveerd bij Elea in Rijswijk. In de Herenstraat zagen wij voor het eerst een bankje met zes olifanten. Huh, stond dat er al eerder en waren we daar steeds aan voorbijgelopen? Of was het nieuw?
En hoezo Hansken?
Het bleek gloednieuw te zijn. Bij de koffie na het eten kregen we er uitleg over. Het is een waar gebeurd verhaal. Hansken was een olifant (dat dachten we al) die in de 17e eeuw door Europa reisde. Zij is in 1630 in Ceylon geboren en overleed in 1655 in Florence. Nog piepjonge voor een olifant. Ze werd tijdens haar leven door diverse kunstenaars vastgelegd, waaronder Rembrandt van Rijn en Stefano della Bella.
Hansken, schets van Rembrandt
Hansken werd in 1632 naar Holland verscheept door de VOC vanuit Batavia. Ze werd cadeau gedaan aan de stadhouder Frederik Hendrik van Oranje, die om enkele exotische dieren had verzocht. De eerste poging om een olifant naar de stadhouder te zenden was mislukt. Dit schip verging toen er brand uitbrak aan boord. In 1633 kwam Hansken aan, tegelijkertijd met onder andere een luipaard en een hert. Na een verblijf in Rijswijk in het paleis van de stadhouder werd zij een paar keer doorverkocht. Kennelijk was de stadhouder toch niet zo blij met haar.
Met een van haar latere eigenaars trok zij langs kermissen in Europa. Hansken kon diverse kunstjes, zoals het afvuren van een pistool, het optillen van haar voorste poten, het maken van een buiging, het zwaaien met een sabel en het afnemen van een hoed. De populairste waren de kunstjes waarbij het publiek bij betrokken werd. Zo kon Hansken een vermeende dief in het publiek aanwijzen en ontmaskeren.
Ze kwam nog met regelmaat terug in Nederland, maar reisde uiteindelijk via Denemarken, Duitsland en Zwitserland naar Italië. Daar stierf zij waarschijnlijk aan een infectie. Het goede nieuws is dat haar skelet nog te zien in Florence in het Museo della Specola. Wij gaan haar daar zeker opzoeken zodra we weer in Florence zijn.
De winkeliersvereniging Oud-Rijswijk besloot Hansken op een andere manier te eren namelijk met een bankje en een koekblik. Bij Elea komen daar de friandises bij de koffie in. Je kan het slechter treffen als dode olifant.
Ieder jaar reikt Delfia Batavorum de Le Comteprijs uit voor de beste verfraaiing van het Delftse stadsbeeld. De vereniging vat dat heel breed op: het kan een restauratie zijn of een verbouwing van een monument, een nieuw beeld ergens op een plein of een fraai stoephek, een muurschildering (dat is heel populair tegenwoordig), een winkelpui, gevelsteen of gevelreclame. Bij voorkeur is er op een of andere manier een link met de Delftse geschiedenis. Dat mag ook recente geschiedenis zijn, zoals iets nieuws in de naoorloogse buitenwijken.
Dit jaar waren er weer veel nominaties. Onder andere een muurschildering (!) in een naoorlogse buitenwijk: op de kopgevel van een flatgebouw aan de Chopin laan. Hoewel erg fraai niet de winnaar.
En omdat het hemd nu eenmaal nader is dan de rok, sta ik helemaal achter de winnaar van de Compteprijs 2020: de Delftse keramiekkaart.
Als je goed kijkt, kan je ons huis vinden.
Deze keramiekkaart is gemaakt op een blinde muur aan de kant van de Papenstraat vlakbij de Choorstraat. Uit het nominatierapport: “Het is een afbeelding van de Delftse binnenstad gebaseerd op zeventiende-eeuwse stadskaarten, en daarvan nog het meest op een kaart uit 1700. De kaart, in feite een groot tableau, is opgebouwd uit kleinere, driedimensionale stukken keramiek. De grotere panden zoals de kerken en het stadhuis zijn, hoewel herkenbaar, duidelijk vereenvoudigd en erg vrij weergegeven. Evenals de afzonderlijke gebouwtjes is ook de complete afbeelding geen exacte kopie, maar een vrije interpretatie van de historische voorbeelden. De keramiekkaart, op zich al een opvallend en mooi kunstwerk, heeft daarmee ook een toegevoegde betekenis als een hedendaagse interpretatie van de historische kaarten van Delft.”
Ik ondernam een tocht om ze alle vier op de foto te zetten, maar helaas kwam ik niet verder dan drie beelden. Het vierde bleef onvindbaar.
Drie beelden: bij de Oostpoort, op de Nieuwe Plantage en in de Schoolstraat.
Gelukkig bracht Google uitkomst. Het waren inderdaad ooit vier beelden, gemaakt door Hans la Hey en in 1998 geplaatst op lokatie waar vroeger vier stadspoorten hadden gestaan. Een daarvan, de Oostpoort, bestaat nog steeds. De andere lokatie zijn de Nieuwe Plantage en de Schoolstraat. Het vierde beeld, aan de Zuidwal, is verdwenen. Ik heb niet kunnen achterhalen hoe of wat. Vermoedelijk heeft het met de bebouwing aan de Ezelsveldlaan te maken, maar zeker weet ik dat niet.
Het verhaal achter de beelden kende ik ook nog niet. Ik citeer van de website Kunstwandeling van Geert de Vries:
“Er schijnt een verhaal te zijn dat Willem van Oranje op 10 juli 1584 niet vermoord zou zijn door Balthasar Gerards, maar een natuurlijke dood was gestorven. De 27-jarige Fransman, geboren in Vuillafans, zou dan ook ten onrechte na vier dagen gruwelijke martelingen zijn geëxecuteerd. Dit gebeurde door vierendelen met trekpaarden. De verschillende ledematen werden hierna op de toegangspoorten van Delft ‘tentoongesteld’. Reden genoeg voor La Hey om vier beelden te ontwerpen als ‘eerbetoon’ aan Gerards; ze zijn zo geplaatst dat de Markt het middelpunt vormt. De beelden geven de vier dimensies van ruimte weer, namelijk lengte, breedte, hoogte en diepte.”
Wat een heerlijk lenteweer. We moesten er nog even van genieten, want blijkbaar gaat het komend weekeind weer vriezen. Totaal krankzinnig, dat weerbeleid.
Gisteren fietsten wij met de genietopdracht in de zak naar Voorburg. Daar startte onze wandeling door prachtig Voorburg, langs diverse landhuizen, door veel parken en chique straten. Voorburg is wel een beetje deftig en zijn bewoners zijn dat ook.
Maar ze doen ook rare dingen, zoals afschuwelijk lelijke vogelhuisjes ophangen in die parken. Ik heb er met tegenzin eentje op de foto gezet, maar er hingen er veel meer. Gelukkig viel er ook kunst te bewonderen. Een bootje vol mensen met de titel Spelevaren was extra grappig dankzij de twee kinderen die er vlak naast echt aan het spelevaren waren. Op de foto helaas bijna onzichtbaar.
We genoten van bloeiende bomen. Sommige met bloesem, een andere met een paar schoenen, hoe bijzonder, en weer een ander met een rode bewoner. En natuurlijk plukjes sneeuwklokjes. Het was prachtig en we vroegen ons af of we niet naar Voorburg moesten verhuizen. Maar ja, dat denk ik bij alle uitstapjes die ik maak. En het antwoord is toch altijd weer ontkennend. We wonen natuurlijk prima in Delft (zie de naam van deze weblog). Af en toe ergens anders kijken verandert daar niks aan.